Studentenpastor Rob van Waarde vindt God een moeilijk onderwerp. Over studentenwelzijn kan hij beter praten. “Het is te gemakkelijk om te zeggen: God, en dan is het opgelost.”

Drie kwartier was het gesprek met de Rotterdamse studentenpastor Rob van Waarde aan de gang toen iets opviel: God, Jezus, de Heilige Geest of predestinatieleer? Geen woord daarover. Deze theoloog praat liever niet over God. Of, beter gezegd: niet expliciet. Hij praat graag over levensvragen met studenten – en zorgelijke welzijnscijfers onder hen.

Van Waarde (45) is afgestudeerd scheikundige en theoloog en sinds februari de Rotterdamse studentenpastor. Hij praat des dominees: puntsgewijs, aangekleed met voorbeelden. “Dan gaat het makkelijker.” Naast zijn Rotterdamse pastoraat in opdracht van een aantal kerken in de regio, doet hij al tien jaar hetzelfde werk in Leiden. Preken doet hij amper, spreken des te meer: in trainingen en workshops of één-op-één met studenten.

Sinds de coronacrisis maakt de pastor deel uit van het studentenwelzijnsplatform ‘Are You OK out there?’ en is hij verantwoordelijk voor de pijler ‘spiritualiteit’. Uit een onderzoek naar welzijn van studenten en medewerkers in coronatijd viel hem op: de scores van studenten zijn niet goed. Lager nog dan de medewerkers. Dat baart hem zorgen. “De horizon van studenten is smaller geworden.”

Terug naar het dorp van je ouders

“Vanuit mijn werk in studentenwelzijn viel de lage score op inspiratie op,” zegt van Waarde. “Je ziet dat bij veel studenten de motivatie en inspiratie terugloopt. De vraag is: hoe komt dat? Ik denk dat het niet alleen de frustratie en teleurstelling van Covid-19 is, dat gaat over. Het gaat dieper, dat blijkt ook uit mijn gesprekken met studenten. Hun horizon is veel kleiner geworden.”

‘Het plan van de wereld intrekken en jezelf doorontwikkelen valt in duigen’

De verklaring volgens Van Waarde: sinds de crisis is er géén langverwachte uitwisseling, géén wereldreis, géén master in het buitenland, zijn er géén late avonden of vroege ochtenden op de sociëteit en géén spontane gesprekjes in de wandelgangen van de universiteit. “Het leven dat je bouwde, staat op losse schroeven. Ik sprak een meisje die een reis wilde maken, dat ging niet door.”

“Nu woont ze weer in het dorp bij haar ouders. Ze is bang dat ze voor zekerheid zal moeten kiezen; een veilige baan in het kleine dorp in plaats van een uitdaging in de ‘opengaande, verrijkende wereld van de stad’. Het plan van de wereld intrekken, jezelf doorontwikkelen, valt in duigen. Zo verkleint je horizon en zo vallen dromen en verlangens en daarmee inspiratie om van te leven. Dat is er volgens mij aan de hand met de studenten.”

Terloopse gesprekken

Het maakt de coronatijd voor studenten extra moeilijk. “Bij studeren heb je anderen nodig. Je bent in een levensfase waarin je nog niet gesettled bent, je identiteit moet zich nog vormen. Dat gebeurt in de vele lichte contacten met leeftijdsgenoten. Ik maak me daarom ook zorgen om de eerstejaars komend collegejaar: de spontaniteit is nu weg. Wanneer hebben zij nog terloopse gesprekken? Juist die toevallige, niet geplande ontmoetingen met mensen die niet tot je eigen bubbel behoren verrijken je leven.”

Studentenpastor Rob van Waarde aan het werk. foto Amber Leijen

Waarom kloppen studenten hiermee bij jou aan?

“Mijn gesprekken met studenten gaan vaak over wie de studenten zijn en wie ze willen zijn. Wat zijn je drijfveren, wat is voor jou belangrijk in het leven? Als je een beeld hebt wat bij je past, dan heb je ook een betere motivatie om de problemen die je hebt op te lossen. Corona dwingt studenten die drijfveren opnieuw te vinden of te heroverwegen, dat kan met mij.”

Wat is het verschil tussen jou en de studentenpsycholoog dan?

“Die grens is niet altijd even scherp, maar ik ben minder bezig met het oplossen van trauma’s of problemen. Ik kom in beeld als de vraag is: hoe ga ik hiermee om? Hoe richt ik mijn leven nu in? Dat meisje van de reis bijvoorbeeld. Met haar zocht ik ook naar de waarden en overtuigingen die voor haar iets betekenen en wat haar helpt een goed leven te leiden. Ze kreeg van huis uit mee: hard werken, iets bereiken. Het hielp haar juist om mild te zijn.”

Kritisch en creatief

“Daarin kan ik ten eerste een vraag stellen en op gegeven moment ook positie in nemen, meer dan een psycholoog denk ik. Waarom? Als pastor ben je meer gewend om je eigen keuzes als mens in te brengen. Niet als norm, maar wel als een gereflecteerde ervaring. Ik kijk breder naar: als we naar de samenleving kijken, wat hebben we dan nodig?”

De universiteit bijvoorbeeld. Volgens Van Waarde staat momenteel heel veel in dienst van leren werken. Maar zo is de universiteit oorspronkelijk niet begonnen. “Een opleiding heeft veel meer te maken met menswording dan met leren werken. Dat betekent dat je kritisch leert nadenken. Niet alleen in je vakgebied, maar ook als burger in de wereld.”

In Rotterdam verschuift dat al wat, vindt de studentenpastor. “De huidige rector legt veel meer nadruk op het welzijn van studenten en op studentensucces in plaats van studiesucces. Maar het hoger onderwijs als geheel is sterk gedreven door financiering en output, niet naar hoe zelfstandig mensen denken. Terwijl een universiteit zou moeten draaien om de vorming van mensen die over tien á vijftien jaar vrij denken en creatief en kritisch zijn.”

God, leven en vitaliteit

Is God een verboden woord in jouw gesprekken met studenten? Je hebt Hem nu nog niet genoemd.

Lacht. “Ja. Het is dat jij er nu over begint. God is geen verboden woord, maar is niet zo gebruikelijk in de samenleving. Spiritualiteit ook niet, ik zeg liever ‘inspiratie’. Het is namelijk te gemakkelijk om te zeggen: God, en dan is het opgelost. Een Nijmeegse filosoof zei eens: het woord God is veel vaker een probleem dan een antwoord of een oplossing. Waarom? Als je het over God hebt, dan heb je het over wat is goed leven, dan heb je het over waar jij je leven op richt. Er zijn veel verschillende mensen en die zien God allemaal verschillend. Als je naar iemands levensverhaal luistert, kun je pas praten over wat hij bedoelt met God.”

Wie is God voor jou dan?

Lange stilte. “Ik weet niet of ik het in het kader van dit interview past… Het gaat over een heel persoonlijk verhaal, ik weet niet of dat nu tot zijn recht komt.”

‘God heeft voor mij te maken met wat inspireert, wat leven en vitaliteit geeft’

Tegelijkertijd zeg je: ik durf – meer dan een studentenpsycholoog – vanuit mijn overtuigingen te sturen. Dan is het toch belangrijk voor je gesprekspartner om te weten hoe je in de wedstrijd staat?

“Zeker. Daar komt het allemaal uit voort. God heeft voor mij te maken met wat inspireert, wat leven en vitaliteit geeft. Ik sprak eens een vrouw die in de thuiszorg werkte en de motivatie verloor vanwege de administratie. Zij moest naar een verstandelijk beperkte man waar niemand naartoe wilde. Hij was vervuild en handtastelijk. Het lukte haar om stap voor stap vertrouwen te winnen, uiteindelijk bleek hij prachtig te zingen en orgel te spelen. Dat deed hij als bedankje voor haar.”

“Het zijn dat soort momenten. Zo’n man telt vanuit de samenleving niet mee, die kost sociaaleconomisch gezien enkel geld en vindt toch kwaliteit van leven. En juist degene van wie je het niet verwacht geeft iets aan jou. Dat heeft met God te maken.”